Wanneer een werknemer in verschillende landen werkt, stelt zich al gauw de vraag waar het loon van deze werknemer moet worden belast. Om te vermijden dat het loon twee keer zou worden belast, heeft België met Nederland en Duitsland dubbelbelastingverdragen gesloten. Deze verdragen bepalen dat de werkstaat (= land waar de werknemer zijn werkzaamheden uitoefent) in principe heffingsbevoegd is. Indien echter aan volgende 3 cumulatieve voorwaarden is voldaan, blijft de woonstaat (= land waarvan de werknemer fiscaal inwoner is) heffingsbevoegd voor het volledige loon:
1. de werkgever is geen inwoner van het land waar de activiteit wordt uitgeoefend Grensoverschrijdende tewerkstelling kan echter ook tot gevolg hebben dat het loon van de werknemer opgesplitst en belast dient te worden in verschillende landen. Dit wordt ook wel een ‘salary split’ genoemd. Een salary split leidt in veel gevallen tot een lagere globale belasting en dus een hoger nettoloon. De salary split kan dus interessant zijn om uw verloningsbeleid te optimaliseren. Voor de Euregionale ondernemer is het echter problematisch dat de 183-dagenregel in de dubbelbelastingverdragen tussen België en Nederland resp. Duitsland anders werd geformuleerd. Dit heeft tot gevolg dat de berekening van de 183 dagen voor beide landen verschillend dient te gebeuren. In deze bijdrage vergelijken wij de berekeningswijze van de 183 dagen in relatie met onze buurlanden Nederland en Duitsland. |
183-dagenregel volgens het dubbelbelastingverdrag België-Duitsland
Wat betreft de 183-dagenregel, stelt het dubbelbelastingverdrag tussen België en Duitsland dat de woonstaat heffingsbevoegd is indien “de beloningen werkzaamheden vergelden, die in de andere Staat worden uitgeoefend tijdens een tijdvak of tijdvakken welke – met inbegrip van de gewone arbeidsonderbrekingen – gedurende het kalenderjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan”.
Ten eerste moet u voor de berekening van de 183 dagen dus enkel rekening houden met het specifieke kalenderjaar en wordt er dus geen rekening gehouden met de dagen gewerkt in het vorig of volgend kalenderjaar (geen ‘lopend jaar’).
Ten tweede wordt in dit verdrag rekening gehouden met alle dagen die verband houden met de beroepsactiviteit van de werknemer. Dit heeft tot gevolg dat u voor de berekening van de 183 dagen rekening moet houden met alle dagen waarop effectief gewerkt wordt in de werkstaat, alsook met de weekends, feestdagen én normale werkonderbrekingen (ziekte, vakantie, opleiding, etc.) die vallen binnen de activiteitsperiode in de werkstaat, zelfs indien deze dagen worden doorgebracht in een ander land dan de werkstaat (zoals bv. de woonstaat, waar de werknemer tijdens het weekend verblijft).
183-dagenregel volgens het dubbelbelastingverdrag België-Nederland
Het dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland stelt met betrekking tot de 183-dagenregeling daarentegen dat de woonstaat heffingsbevoegd is indien “de genieter in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken, die in een tijdvak van twaalf maanden beginnend of eindigend in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan”.
Voor de berekening van de 183 dagen onder het verdrag met Nederland, wordt er dus geen rekening gehouden met een kalenderjaar, maar met iedere periode van 12 maanden, ongeacht wanneer deze begint of eindigt.
Daarnaast wordt er enkel rekening gehouden met de dagen waarop de werknemer in de werkstaat verblijft. Bijgevolg worden enkel de dagen waarop de werknemer, ongeacht de reden, effectief aanwezig is in de werkstaat opgenomen in de berekening van de 183 dagen. Indien de werknemer een opleiding, vakantie of weekend in een ander land dan de werkstaat doorbrengt, worden deze dagen dus niet meegeteld.
Conclusie
Hoewel de berekening van de 183-dagenregel in het dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland resp. Duitsland op het eerste zicht gelijkaardig lijkt, zorgen enkele kleine verschillen in de tekst toch voor een volledig andere berekening van de 183 dagen. Het is dan ook van belang dat u bij grensoverschrijdende tewerkstelling oog heeft voor deze verschillen, zodat u niet voor (fiscaal onaangename) verrassingen komt te staan.
Tot slot merken wij nog op dat de 183-dagenregel, zoals omschreven in het dubbelbelastingverdrag tussen België en Duitsland mogelijks in toekomst wordt aangepast naar de 183-dagenregel zoals omschreven in het dubbelbelastingverdrag met Nederland. Het dubbelbelastingverdrag tussen Duitsland en Nederland werd immers reeds in die zin aangepast. Indien u meer informatie wenst omtrent de 183-dagenregel in het dubbelbelastingverdrag tussen Nederland en Duitsland, verwijzen wij naar de nieuwsbrief van NeDTax.
Wenst u meer informatie omtrent de fiscale aspecten rond grensoverschrijdende tewerkstelling? Aarzel dan niet om ons te contacteren.